De grote invloed van bacteriën

Hoe beïnvloeden bacteriën de ontwikkeling van kanker? Wat kunnen we ertegen doen? De conclusies van onderzoek in centra wereldwijd, van Australia en Londen tot Amerika, zijn dat bacteriën die in principe goedaardig zijn onder omstandigheden zich kunnen ontwikkelen tot schadelijke bacteriën. Bekende factoren zoals voeding. stress en roken spelen hierbij een grote rol. Deze leiden dus niet rechtstreeks tot de ontwikkeling van kanker, maar kunnen er wel aan bijdragen.

Binnen de (medische) biologie was tot enkele jaren geleden de opvatting dat bacteriën niet kunnen veranderen. Dat ze monomorf zijn. Monomorfe bacteriën wijken op een paar hele kleine aanpassingen na niet af van de cel waaruit ze zijn ontstaan.

Recenter onderzoek wijst uit dat bacteriën die betrokken zijn bij kanker wel kunnen veranderen. Zij worden pleomorfe bacteriën genoemd die een volledige levenscyclus doormaken. Ze veranderen van microkokken in bacillen, schimmels en virussen. Doordat ze in de verschillende fasen ook van vorm en van grootte veranderen, zijn ze moeilijk te volgen. Soms zijn deze bacteriën haast niet op te sporen. Hierin speelt ook mee dat tijdens het veranderen de pleomorfe kankerbacteriën hun celwand kunnen verliezen. We noemen deze groep ook wel CWD (cell-wall-deficient). Het blijkt dat bij verschillende vormen van kanker deze specifieke groep bacteriën voorkomt en als ziekteverwekker aangemerkt kan worden. Het proces dat leidt tot CWD is te koppelen aan invloeden van buitenaf, zoals voeding, kleurstoffen, roken, sommige medicatie.