Waarom hebben tumoren allerlei verschillende namen?

Het is gebruikelijk om een gezwel te noemen naar het soort cel waar de woekering is begonnen. En omdat er veel soorten cellen zijn in het lichaam, zijn er ook veel soorten tumoren. Hieronder volgt een aantal voorbeelden van soorten primaire hersentumoren.

  • Meningeoom. Deze tumor ontstaat in de hersenvliezen (Grieks meninges) en is meestal goedaardig. Omdat een meningeoom langzaam groeit, geeft het meestal weinig klachten, totdat het gezwel te groot wordt.
  •  Medulloblastoom. Dit is de meest voorkomende hersentumor bij kinderen en jonge volwassenen. Men neemt aan dat het medulloblastoom zijn oorsprong vindt in de embryonale cellen. Een medulloblastoom ontstaat in de kleine hersenen, die onder in het achterhoofd zitten, en is een kwaadaardige en snelgroeiende tumor.
    Anders dan de meeste andere hersentumoren, verspreidt het medulloblastoom zich door het hersenvocht dat zich rond de hersenen en het ruggenmerg bevindt. Het zaait via het hersenvocht vaak uit naar andere plaatsen op het oppervlak van de hersenen en het ruggenmerg.
  •  Glioom. Gliomen zijn de meest voorkomende primaire hersentumoren. Ze ontstaan in de gliacellen. Er zijn meerdere soorten gliacellen die ook weer eigen namen hebben. Gliacellen vervullen een ondersteunende rol voor de zenuwcellen, die ook wel neuronen genoemd worden.
    De meest voorkomende gliomen zijn de kwaadaardige astrocytomen. Deze ontstaan in de astrocyten. Astrocyten zijn stervormige cellen; ze dragen in feite het hersenweefsel.
  • Lymfoom van het centrale zenuwstelsel. Hierbij ontstaan kwaadaardige cellen in het lymfeweefsel van de hersenen en/of het ruggenmerg. In het lymfeweefsel circuleert de lymfe. Dat is een helder vocht dat op het niveau van de haarvaten in verbinding staat met de bloedsomloop. De lymfe bevat ook lymfocyten, een van de soorten witte bloedcellen. Lymfocyten spelen een belangrijke rol in het immuunsysteem.
  • Akoestisch neuroom. Dit is een goedaardig gezwel op de gehoorzenuw. Het kan leiden tot doofheid aan de kant van de tumor, duizeligheid en oorsuizen.