In welke voedingsmiddelen zitten deze stoffen?

Methionine zit in vrijwel alle eiwitten. Het is met name te vinden in vis (zalm, garnalen), vlees en groente (broccoli, groene erwten, spruitjes, spinazie), ei, volkorenbrood en rijst.
Vitamine B6 wordt ook wel pyridoxine genoemd.
Goede bronnen van vitamine B6 zijn kip, lever, vlees (ham), vis (tonijn, forel, heilbot, haring, zalm) en eieren. Goede plantaardige bronnen zijn hele granen, peulvruchten, bananen, noten (walnoten), volkorenbrood, mais, bonen, bloemkool en rozijnen.
Folaat is ook één van de B-vitamines. De beste bron hiervan is groene bladgroente, zoals spinazie. Het zit echter ook in andere groentes, zoals spruitjes, broccoli, kool en asperges. Het zit ook in fruit, vooral citrusvruchten. Ook in gist en lever zit folaat.
Deze natuurlijke folaten zijn nogal instabiel. Ze vervliegen bij het bewaren, door de invloed van licht en zuurstof, door snijden en koken. Het is dan ook moeilijk om voldoende folaat binnen te krijgen. In supplementen zit het veel stabielere foliumzuur, dat in het lichaam wordt omgezet in folaat.
Volgens het advies van het Voedingscentrum hebben volwassenen 300 microgram folaat per dag nodig.