Bij onvruchtbaarheid

Van chemotherapie kunt u onvruchtbaar worden. De kans hierop hangt af van diverse factoren, zoals uw leeftijd, het soort medicijnen dat u krijgt en de dosis. Omdat er eicellen vernietigd kunnen worden door de chemotherapie, lopen vrouwen ook het risico vijf à tien jaar eerder in de overgang te raken dan normaal.

Bij bestraling hangt het af van de plaats waar u bestraald wordt. Als de eierstokken of de baarmoeder direct bestraald worden, is de onvruchtbaarheid mogelijk permanent. Hetzelfde geldt voor mannen bij bestraling van de teelballen. Bestraling van de hersenen waarbij ook de hypofyse geraakt wordt, kan ook onvruchtbaarheid veroorzaken, omdat daar de hormonen vandaan komen die de rijping van eicellen en de aanmaak van sperma reguleren.

Praat zo mogelijk voor uw behandeling met uw artsen over het risico van onvruchtbaarheid. Mannen kunnen voor de behandeling hun sperma laten invriezen. Vrouwen, met of zonder partner, kunnen ook kiezen voor het bevruchten van embryo’s middels IVF. Hiertoe kunnen ze eicellen laten invriezen.

Maar onvruchtbaarheid treedt niet altijd op. Gebruik dus altijd contraceptie (bijvoorbeeld een condoom) in de periode dat u behandeld wordt en tot zeker zes maanden na beëindiging van de behandeling. Het is beter het zekere voor het onzekere te nemen, want het is niet bekend hoe lang sperma en rijpende eicellen afwijkingen kunnen blijven vertonen als gevolg van de behandeling.